Nieuwe samenwerkingen in de regio geven jong talent de kans om impact te maken

HAN University of Applied Sciences en INNOVATE gaan samenwerken. Hun doel: nieuwe samenwerkingen tussen talent, studenten, ondernemers en kansen in de regio. Recent aangetreden Innovate bestuurslid en strategisch adviseur bij de HAN, Cécile de Boer: ‘De jongere generatie is ontzettend betrokken bij de ontwikkelingen in de wereld en wil zich laten zien en iets betekenen. Tegelijkertijd heeft de regio te maken met een human capital uitdaging en worstelen bedrijven met het aantrekken van talent. Innovate brengt dat dichter naar elkaar toe.’

Het partnership creëert nieuwe mogelijkheden voor studenten om in te stromen bij indrukwekkende projecten in de regio. Rob Verhofstad, Bestuursvoorzitter van de HAN: “Een mooi voorbeeld zijn de projecten bij apparatuurbouwer ATAG, waar onze studenten bezig zijn met slimme, schone en sociale oplossingen voor de consument en de professional. Onze studenten en onderzoekers houden zich bezig met innovaties en maatschappelijke vraagstukken, vanuit die verbinding versterken we samen onze regio en economie.”

Van Brazilië tot aan Bhutan
Cécile de Boer: ‘We leven in een transformatieve tijd. Overal om ons heen zien we verandering. Op maatschappelijk gebied, geo-politiek, maar ook in de wereld van media en cultuur – en wat dacht je van technologie, voeding en gezondheid. Het is daarin heel makkelijk om elkaar kwijt te raken, de deur dicht te doen of zelfs tegenover elkaar te gaan staan. Maar dat is niet de oplossing.’

De Boer heeft als adviseur in- en externe betrekkingen veel ervaring (in binnen- en buitenland) met het belang van verbinding tijdens maatschappelijk onrustige periodes. ‘Ik heb op meerdere plekken in de wereld kunnen zien hoe je positieve impact kan creëren door jezelf open te stellen; door vragen te stellen of door simpelweg te luisteren. Dat is echt nodig om tot oplossingen te komen. In Brazilië leerde ik wat dat betekende voor de grondrechten van kinderen, in Bhutan zag ik de impact van educatie en in Indonesië zag ik hoe een goed gesprek kan leiden tot meer gelijkheid.”

Wat AI met creativiteit te maken heeft
Wouter Sluis-Thiescheffer, docent Media & IT aan de HAN, ziet nog een belangrijk antwoord op de uitdagingen in deze tijd: creativiteit. “De World Economic Forum zegt dat we de komende 10 jaar de menselijke creativiteit en kritisch denken heel hard nodig hebben. We moeten namelijk na gaan denken over onze omgang met nieuwe technologieën, zoals AI. Hoe kunnen we deze technologieën inzetten om onze eigen processen te verbeteren? Ik ben bijvoorbeeld nu met studenten aan het kijken naar tools om het menselijke creatieve proces te verbeteren. Een vraag die daarbij vaak terugkomt is: gebruiken wij AI om aan betere ideeën te komen, of is AI een tool om onze ideeën uit te voeren?”

Wouter denkt dat het belangrijk is dat studenten zich bewust blijven van hun verhouding ten opzichte van technologie. “De huidige generatie die met AI werkt is nog deels ‘analoog’ opgevoed, zij hebben een soort richting of kader waarvan zij vinden dat AI aan moet voldoen. De jongere en komende generatie heeft dat nog niet of beperkt. Daarin schuilt een gevaar dat we onze creatieve autonomie verliezen, en we klakkeloos overnemen wat AI of een computer zegt. Ik denk dat we met de partnership tussen Innovate en de HAN nog scherper op kunnen halen welke kansen, maar ook risico’s en vragen er in de maatschappij leven rondom AI – om hier vervolgens met studenten aan te werken.”

Impact door verbinding
“Een antwoord formuleren op de complexe maatschappelijke uitdagingen lukt je niet in je eentje.” Innovate directeur Hilmer Thijs staat in het centrum van de nieuwe ontwikkelingen. “Nieuwe verbindingen tussen kennisinstellingen en bedrijven zijn nodig om talent in deze regio te behouden en om nieuw talent aan te trekken. Vanuit Innovate faciliteren we deze verbinding: tijdens onze evenementen zitten studenten naast beslissers in de zaal en staan ze samen op het podium. Dankzij het partnership met de HAN betrekken we nieuwe lectoren en docenten, dat geeft onze programma’s een inhoudelijke boost. Al met al laten we aan jong talent zien dat ze in deze regio van betekenis kunnen zijn en dat we samen impact maken op de maatschappelijke vraagstukken die voor ons liggen.”

Inmiddels zet De Boer, als bestuurslid bij Innovate én strategisch adviseur in- & externe betrekkingen bij de HAN, haar expertise in voor de regio Arnhem-Nijmegen. ‘Ik zie in deze regio een schat aan potentie, aan talent. Studenten die eager zijn om mee te doen en van betekenis te zijn, en tegelijkertijd bedrijven die met elkaar ook echt van betekenis willen zijn voor die jongere generatie en ook de kansen hebben om ze iets te bieden. Ik zie het als mijn taak om deze kansen en uitdagingen vanuit de Innovate-missie ‘impact door verbinden’ bij elkaar te brengen.”

Gerecycled garen, dat is toch niet zo bijzonder? Wel als het gaat om aramidevezels, want dat materiaal is niet alleen heel licht, maar ook heel sterk. Hoe sterk? Kogelwerend vest-sterk. Stan Maassen, project manager en researcher bij Teijin Aramid in Arnhem doet onderzoek naar het recycle-proces. Hoe gaat dat in zijn werk?

Teijin Aramid wil haar speciale aramidevezels uiteindelijk 100% circulair gaan produceren, legt Stan uit. “Ons huidige recycleproces is een vorm van downcycling, waarbij we gebruikte aramidevezels vermalen tot pulp. Die pulp wordt bijvoorbeeld gebruikt in remschijven. Dat is dus al een hele mooie toepassing voor gebruikt garen, maar vanuit onze ambitie vinden we dat het altijd beter kan.”

Industrieel opschalen
Hoe ziet het productieproces van de vezels er nu uit? “We hebben twee fabrieken in Nederland. Eentje in Delfzijl, die maakt polymeer. In Emmen maken we van dat polymeer dan de uiteindelijke vezels. Even versimpeld: we mengen het polymeer met oplosmiddel, en duwen het materiaal dan door kleine gaatjes, om het daarna uit te rekken. Als je het oplosmiddel dan wegspoelt, hou je aramidegaren over. Het is onze taak om dat proces duurzamer te maken.”

Het onderzoek van Stan begon klein. “We begonnen met de vraag of we aramidegaren met gerecycled materiaal konden maken. De kern van mijn onderzoek is vrij simpel: wat nou als we gebruikt garen in stukjes knippen, en in combinatie met het oplosmiddel opnieuw door die gaatjes duwen. Komt daar dan weer bruikbaar garen uit? Het antwoord bleek uiteindelijk ja te zijn, en toen zijn we gaan opschalen. Want aan een paar grammetjes gerecycled garen heeft de industrie natuurlijk niets. Dat heeft uiteindelijk geleid tot een fabriekstest, waarbij we succesvol op industrieel niveau garen met gerecycled materiaal hebben geproduceerd.”

Het recyclen van garen is niet de enige manier waarop Teijin Aramid bezig is met verduurzamen. “We zijn ook bezig met chemisch recyclen. Daarbij kijken we niet naar de gebruikte vezels, maar naar het polymeer waarvan we die vezels maken. Want uiteindelijk zijn vezels niet meer sterk genoeg voor hergebruik. We kunnen die vezels ook weer terugbrengen naar de oorspronkelijke bouwstenen, om er nieuw polymeer van te maken. Dat is nog een stap verder terug in het productieproces. Het is goed om verschillende routes richting circulariteit beschikbaar te hebben.”

Gecombineerde ambities
Het Japanse moederbedrijf Teijin Group heeft al jaren als ambitie om iets terug te geven aan de wereld. Een soort morele plicht om als producent ook na te denken over de toekomst. “Die filosofie voel je ook heel sterk in alle dochterondernemingen, en dus ook bij Teijin Aramid. Onze aramideproductie vindt voornamelijk plaats in Nederland, en daar komt die ambitie heel goed van pas. In Nederland tel je eigenlijk niet meer mee als duurzaamheid niet op je agenda staat.”

Voor Stan is het persoonlijk ook fijn dat Teijin Aramid zo focust op duurzaamheid. “Sterker nog, na het afronden van mijn PhD was mijn belangrijkste eis dat mijn volgende baan nuttig zou zijn voor het milieu. De technische uitdaging in mijn werk is heel leuk, maar het feit dat ik zeker weet dat ik ook iets goeds doe, werkt voor mij heel motiverend.”

Het uiteindelijke doel is een circulair productieproces zonder footprint. “Een positieve impact zou zelfs nog beter zijn, voor zover dat mogelijk is. Want verduurzaming zit niet alleen in het productieproces, maar ook in de gebruiksfase. Als wij met ons garen de producten van onze klanten sterker en lichter maken, gaan ze langer mee. Dat is natuurlijk nog beter dan recyclen!”

Samenwerken
Recyclen doe je niet alleen, vertelt Stan. “Dat kan niet, want de meeste eindproducten zijn complex. Wij zijn dan wel verantwoordelijk voor onze eigen vezels, maar wat nou als die verwerkt zijn in een autoband? Wij kunnen niks met rubber in ons proces, dus we moeten samenwerken om het product ‘schoon’ te maken, voordat we het kunnen recyclen.”

Die zoektocht naar samenwerking is uniek, volgens Stan. “Veel bedrijven houden zo veel mogelijk in eigen huis. Wij zijn er open over dat we het niet alleen kunnen, en partners nodig hebben om tot een circulair proces te komen. Alleen samen kunnen we eindproducten zo compleet mogelijk recyclen.”

In het kader van samenwerking is de CEO van Teijin Aramid, Peter ter Horst, recent onderdeel geworden van het bestuur van de VNCI, de Koninklijke Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie. “De industrie is veel groter dan alleen de aramidemarkt, dus dit is goed nieuws voor ons. Wij kunnen ontzettend veel nieuwe dingen leren, en nieuwe partners onze kennis laten zien. We hopen dat we uiteindelijk de hele chemische industrie kunnen helpen om nog duurzamer te worden!”

 

Meer weten over de wereldwijde toepassingen van aramidegaren, vezels en pulp? Neem dan vooral even een kijkje op hun website. Daar vind je ook meer informatie over werken, stagelopen of afstuderen bij Teijin Aramid.

Dit interview is gepubliceerd in samenwerking met Letterdesk

Tom Heskes, hoogleraar Data Science aan de Radboud Universiteit, vat het als laatste spreker van de Innovate AI meetup mooi samen: “De regio Arnhem-Nijmegen heeft een unieke positie op het gebied van AI; talenten, kennis, ondernemers, accelerators en studenten – het zit hier allemaal. Toch hebben we ook nog een wereld te winnen, en we zullen elkaar moeten gaan vinden en verbinden als we dat potentieel willen benutten om een antwoord te formuleren op de uitdagingen van de toekomst.”

De eerste meetup van Innovate in 2024 staat in het teken van Kunstmatige Intelligentie, AI. Een hele uitdaging, want hoe vertel je iets nieuws over een onderwerp waar al zoveel over gezegd en geschreven wordt? Met een volle zaal in de Lindenberg en een line-up van 7 sprekers laat het evenement zien wat de kansen en gevaren van de technologie zijn – maar vooral; er worden vragen gesteld. Voor en van wie is AI? Wie is er verantwoordelijk als het misgaat? En, misschien wel de belangrijkste vraag, hoe zorgen we ervoor dat de mens de controle houdt over belangrijke beslissingen?

1. Jaap kwam voor AI naar Nijmegen
Jaap dacht in eerste instantie aan de Randstad toen hij, na een PhD in Zwitserland, zocht naar een AI-gerelateerde baan in Nederland. “Toevallig hoorde ik via een vriend over een kans bij Screenpoint Medical. Daardoor ontdekte ik dat Nijmegen echt wereldleider is op het gebied van de toepassing van AI in borstkankerscans. Hier zit het Radboudumc, meerdere FDA-cleared bedrijven én het landelijk expertisecentrum voor borstkankeronderzoek (LRCB). Nijmegen heeft dus de bedrijven, het onderzoek, de klinische kant – en de connectie met de bevolking. Dat is echt uniek.”

2. Hoe kun je betere muggenspray maken met AI?
Het Nijmeegse TropIQ werkt al jaren aan de behandeling van tropische infectieziekten, zoals Dengue en Malaria. Via de Bill & Melinda Gates foundation, kwamen ze in contact met Google. Senior onderzoeker Marnix Vlot vertelt: “Muggen zijn steeds resistenter tegen de huidige vormen van insecticiden. Samen met de onderzoekers van Google zijn we gaan kijken of we een effectievere versie van DEET kunnen ontwikkelen. Met datasets uit de jaren 50 hebben we Machine Learning modellen ontwikkeld die op atoomniveau vergelijken welke stoffen het beste zouden kunnen werken in het afstoten van muggen.”
TropIQ en Google testten de vernieuwde methode met AI tegen oudere methoden, wat blijkt: de methode met AI doet het veel beter. “Het was alsof we een slimme assistent hadden die snel de beste muggenwerende middelen kon vinden door simpelweg aan verschillende geuren te ruiken. We vonden zelfs meer dan tien nieuwe molecuulformules met afstotende werking die net zo goed of zelfs beter werken dan de formules die we al hebben. We weten nu welke geuren muggen afstoten, en dat is essentieel in onze strijd tegen malaria.”

3. Het eerste AI biertje – en waar die vandaan komt
Volgens HAN docent Erwin Folmer moet AI ‘onthyped’ worden. “We zitten een beetje in een tussenfase. AI is inmiddels niet meer weg te denken uit onze samenleving en economie en we zien de enorme potentie, maar tegelijkertijd is het vaak ook nog een hype. Veel is fun –
zoals ChatGPT of een door AI gebrouwen biertje – of het is net-niet, denk bijvoorbeeld aan zelfrijdende auto’s. De vraag is dus: hoe komen we tot relevantere toepassingen van deze nieuwe technologie?”

De grootste winst valt volgens Folmer te behalen in het slimmer en toegankelijker maken van data – AI voor iedereen noemt hij het. Hij geeft een voorbeeld van het Kadaster, waar ze door middel van slimme dataverzameling een chatbot hebben ontwikkeld: Loki. Mensen die informatie op willen vragen over een gebouw, woning of object, kunnen terecht in een chat met Loki. Folmer vraagt aan de chat wat de oudste kerk van Nijmegen is; het is de Stevenskerk – op steenworp afstand van het café dat het eerste AI biertje ontwikkelde.

4. Samenwerking maakt AI innovatie makkelijker
Wat de kansen zijn als bedrijven de handen ineenslaan om samen tot nieuwe oplossingen te komen, laten Datakami en EnginX zien. De twee spin-offs van de Radboud Universiteit, zien veel kansen voor het MKB om te innoveren met AI. Volgens Judith van Stegeren, CEO Datakami, heb je daarvoor namelijk helemaal niet veel geld, veel data of complexe kennis nodig. “Wat je vooral nodig hebt is lef, je moet kunnen omgaan met onzekerheid en de tijd durven nemen om te proberen en ‘aan te klooien’. Een belangrijke les voor start-ups in het algemeen.”

Recentelijk werkte Datakami samen met EnginX. Het bedrijf, gespecialiseerd in software oplossingen voor engineering vraagstukken, werkt onder andere voor opdrachtgevers aan de verduurzaming van de binnenvaart. Saskia Eijkelhof, CEO van EnginX, werkte daarbij samen met Judith aan het digitaliseren van tekeningen van bedrijfsprocessen en organigrammen. De bedrijven zijn blij met hun plek in het start-up gebouw op de Heijendaal Campus: “De sfeer is hier geweldig en iedereen die we nodig hebben, zit in de buurt.”

5. Hoe blijven we AI de baas?
De eerste lezing van de avond wordt gegeven door Lotte van Elteren, docent AI aan de Radboud Universiteit. Lotte stelt de misschien wel belangrijkste vraag van de avond: hoe zorgen we ervoor dat de mens de controle houdt over belangrijke beslissingen? “AI is een black box. We stoppen er iets in, er komt iets uit, en we hebben geen idee wat daar tussenin gebeurt. Overal wordt onze data verzameld. Soms vrijwillig, soms ook niet, en soms drukken we maar snel op ‘Akkoord’ bij de zoveelste cookiemelding in ons scherm. Maar de vraag is; willen we dat wel?”

Volgens Lotte gaan we richting een Algocratie, een samenleving waarbij machines de keuze maken, data vaak verborgen is en er niet transparant mee omgegaan wordt. Haar les en boodschap voor de toekomst: mensen zijn eindverantwoordelijk. En hoewel het niet heel sexy klinkt, daarbij staat goede regelgeving centraal – zoals de Europese AI act en de AVG wetgeving. “Op die manier houden we mensen in de loop van belangrijke processen en zorgen we ervoor dat data begrijpelijk en transparant blijft.”

 

Spoken Word artist Jesse Laport sluit de avond af: “Vrees niet echte mensen, wees maar niet getreurd, u bent ten slotte deel van wat op dit gebied gebeurt. U hoeft niet zelf meer na te denken of ten minste niet alleen. Als uw hersens overkoken, sleept AI u erdoorheen.”

Ben je benieuwd naar de lectures, of wil je de slides nog eens inzien, laat dat dan weten via: info@innovate.communityetting.

Hoe onthul je de waarheid in een post-truth tijdperk? Hoe verandert journalistiek in tijden van sociale media en open source informatie? Hoe navigeren we door een landschap waarin informatie zowel vrij als onbeperkt aanwezig is? Kom naar deze Meetup en leer meer over de evolutie van nieuws, de uitdagingen van desinformatie en onze gezamenlijke zoektocht naar de waarheid in een tijd van digitale overvloed. Met bijdragen van onder anderen Eliot Higgins, de ontvanger van de Vrede van Nijmegen penning en journalist, Ruslandkenner en programmamaker Jelle Brandt Corstius.

De Vrede van Nijmegen penning wordt tweejaarlijks uitgereikt aan een persoon of een organisatie die zich op bijzondere wijze heeft ingezet voor de Europese vrede. INNOVATE organiseert i.s.m. Radboud Reflects een prikkelend programma rondom de winnaar van deze bijzondere prijs.

Tickets & info

Praktische informatie:

  • Studenten kunnen gratis tickets registreren op vertoon van een studentenkaart.
  • De lezing van Eliot Higgins is in het Engels. De rest van het programma is in het Nederlands.
  • De Toekomst van de Waarheid wordt georganiseerd door INNOVATE en Radboud Reflects.
  • De Toekomst van de Waarheid is een officieel programmaonderdeel van De Vrede van Nijmegen. Dit is een initiatief van: Radboud Universiteit, Gemeente Nijmegen, NXP. Lees op deze pagina meer.

“There are people who are afraid of AI. But in my opinion, it is a very usable tool, which forces us to be critical of our current ways of doing things.” Spence van Asperdt, a master’s student in AI at Radboud University, thinks that the future of AI looks promising. “Sure, ChatGPT helps students cheat on essays or tests. Does that mean that ChatGPT is wrong, or should we look for new ways of testing students?”

What does AI mean to you?
“Intelligent systems, algorithms and self-learning systems. You give input; the system uses an algorithm and learns from its output. This means that the system keeps getting better in performing a task.“

What is it like to study AI?
“You first learn the basics: programming, data sciences and ethics. Afterwards, it gets more specific with subjects like data learning and machine learning. You get the opportunity to specialise. Do you focus on neuroscience, data science, or look into the healthcare side of AI? There are many possibilities.”

What is the greatest benefit of AI?
“It creates change. Moreover, it provides many opportunities for new jobs in technology and healthcare. For example, think of AI to help in cancer cell detection. For doctors, it sometimes takes a long time to read a scan properly, but AI can do it in two minutes.”

And what about its dangers? 

“Bias creeps in quickly. Also, with AI. For example, do you want to use AI in a job application process and feed the system with algorithms from a company that employs more men than women? Then, the system is already biased based on what you teach it. And you will see that men get hired faster than women. You must be aware of that kind of danger; otherwise, it can have catastrophic consequences.”

What can we do to tackle or prevent these consequences?
“I think it’s essential to create awareness around AI and innovation in an ethical, social way. AI is already broadly used in our daily lives. In healthcare and banking, for example. Netflix also uses it. The current challenge is to make people aware of the chances but also the dangers. Initiatives like MKB Datalab give students a chance to put their theoretical knowledge to the test, which is great because this prepares students from my and future generations for the application of AI in our professional lives.”

What is your personal effort in creating awareness around AI?
“Together with a friend, I founded ERISC (Ethically Responsible Innovation Student Collective). With this initiative, we hope people will think things through before putting something on the market. How will my innovation impact people and legislation?”

Dirk van Schaijk and his colleague Anne Bergen are connecting SMEs with an AI related challenge to third-year bachelor’s and master’s students at the Radboud University. “Universities primarily work with big, international corporations. MKB Datalab however focuses on connecting students to opportunities at regional SMEs. To entrepreneurs, it’s an accessible and affordable way to get acquainted with AI and our students get the chance to learn in a professional setting.”

Want to know more about the latest innovations in AI? Make sure to join the INNOVATE AI Meetup on Wednesday, 28 February 2024! Innovators in health, high-tech, energy and SMEs will show how they are using AI to make a difference.

THE STORY OF EVA VAN RIKXOORT

In the rapidly evolving world of health and high tech, not a day goes by without an innovation that promises to revolutionise patient care and treatment. One of these innovations is Eva van Rikxoort’s. The CEO of Thirona successfully made the leap from a scientist to a business leader, all while sticking to her roots in Artificial Intelligence (AI). Eva takes us along on her unique journey and tells us everything about the transformative role of AI in the treatment of lung diseases , and her vision for the future.

You’ve had quite the journey from being a scientist to becoming a CEO. What triggered
this transition?
“Well, the move from scientist to CEO is not a transition I ever expected to make. As long as I can remember, I have been interested in technology. This led me to study AI. After completing my MSc, I studied for a PhD in medical image analysis and found myself fascinated by lung imaging. I began to notice a distressing trend: we have incredible scientific advantages, but these advantages are not available to the patients . That’s how an idea started to grow: science should benefit all people. I knew I had to step out of my ‘lab coat’, into the business world to make a difference.”

So, what happened next?
“In 2014, I had a solid scientific career in both the US and the Netherlands, specialising in AI-based pulmonary image analysis. Logically, at scientific conferences, I frequently ran into physicians and people from the clinical industry, asking if they could use the automatic analysis that we developed. Unfortunately, my answer usually had to be a ’no’. It wasn’t just that the solution wasn’t market-ready yet. As scientists, it just wasn’t our role to commercialise it. This constant need to bridge the gap between scientific progress and its applications eventually drove me to found Thirona. My goal is simple: to bring the benefits of scientific breakthroughs to patients, who should benefit from the knowledge too.”

“Lungs are very complex and difficult to examine. You can’t just take out a lung to investigate. That’s where AI comes into the picture. Lung imaging is in fact the only accessible tool. But its full potential is still to be uncovered. I realised that AI gave way to new possibilities. Solutions that hadn’t yet reached either patients or the medical industry.”

You started Thirona rather than joining another company. What made you choose this path?
“I actually get this question quite a lot. The answer is simple. It just happened. In the US, I worked with an academic group collaborating in a clinical research organisation (CRO) on amazing innovations in our field. The turning point was when I received a request for analysis from a prospective customer, which was in fact one of the largest US research studies on COPD. That was the beginning of Thirona.”

“Ever since, the journey has been filled with learning, growth, and immense satisfaction. I started with just a parttime help and now are with a group of 60 employees. Everything we achieved is because of our belief in what we do, hard work and learning on the go.”

Thirona specializes in a treatment approach rather than diagnostics. Can you explain why?
“We primarily focus on analysing chest images in the context of lung diseases, using AI technology. While our software enables diagnosis and treatment planning for a wide range of diseases, we focus on working together with pharmaceutical and MedTech companies on development of innovative treatment and interventional solutions for both common and rare diseases. Most of our technology ends up in hospitals, powering clinical tools used by physicians, helping them in personalising patient
treatment and precisely monitor results.

What does the future of AI look like in your eyes?
“I’m a firm believer in the benefits of AI for the humanity, especially in the field of precision medicine. Thirona combines the ‘magic’ of technology with the most recent research in medical imaging to make a positive impact on society. In the coming years, I reckon we’ll see healthcare transform in ways we can’t even imagine. Actually,our technology is already being used in hospitals in USA, Europe and treatment of cystic fibrosis or lung surgeries with virtual reality-based applications, and it is just a beginning what AI can do in imaging.”

Recent developments at Thirona have attracted a lot of attention, including significant investment. Can you shed some light on this?
“In September 2023, we celebrated a major milestone when Thirona secured an investment of €7.5 million, including contributions from HERAN Partners, the Borski Fund and a significant grant from the European Innovation Council (EIC). This investment not only demonstrates confidence in Thirona’s innovative approach to precision medicine, but also paves the way for us to continue redefining the possibilities of AI-based medical imaging. We’re ready to accelerate our progress and ensure that personalised treatments become a tangible reality for lung patients worldwide.

Finally, what are your goals for the future?
“At Thirona, we’re all about our mission and working together. Our passion, and our ongoing quest to explore the uncharted territories – they’re still alive and kicking. Our mission is clear: bring the latest scientific discoveries right to the clinics, ensuring more people around the globe have access to the best possible healthcare and eliminating the bias of applying the same treatment approach for every patient.”

“We are convinced that real, groundbreaking innovations only happen when we team up with technological and industrial partners, clinical care specialists, and research groups. One thing that always brings a smile to my face? Seeing our employees grow individually and as a team, and being proud of what we do. The real magic happens when we join forces and co-create. Our ‘partnership and innovation’ mindset truly sets us apart.”

Geïnteresseerd in dit onderwerp? Kom naar de AI Meetup op 28 februari. Meer informatie en tickets.

Dit interview is gepubliceerd in samenwerking met Pulse Magazine

According to Pim Haselager, Radboud University Professor of Societal Implications of Artificial Intelligence (AI), the arrival of AI poses a new set of questions and challenges for the educational world. “What is the role of critical thinking? How can we keep learning from each other? And is technology making us more effective, or does it make us lazier? AI is also asking us a question: which way do we want to go with our education?” 

“I think we are not yet using digitisation to its full potential”, says Pim. Pim started teaching Cognitive Science at Radboud University in 1990. In 2004, that educational program became Artificial Intelligence. “AI isn’t the first example of digitisation in education. Back in the 1980s, I researched e-mail, which had a big effect on scientists’ collaborations. So did the Internet, for that matter. Soon after came the smartphones, and suddenly, you took your work or study collaborations home with you. Now, with apps like Telegram, students can quickly share things among themselves. And that has its positives and negatives.”

During the pandemic, developments went into overdrive: “Software programmes for taking exams were rapidly emerging, stress bots for students arrived, and meetings changed dramatically. And now there is ChatGPT, which more and more students are using. These are all things we are only just beginning to think about. What effects will they have on education?”

Learning from each other
“By looking at learning curves and interests of individual students, you get a picture of what they are good at, what they find difficult, and what their learning pace is.” One of the most promising opportunities AI can have for education? Personalised learning, according to Pim. “Here, AI can work as an extension of the teacher: by analysing students’ personal preferences and learning styles, we can create a more differentiated educational offering, matching students’ personal learning styles. That way, AI can be an extra helping hand.”

But we must also remain critical, Pim believes. “Students learn a lot from each other. When I tell my story, everyone gets a different message out of it. Students must continue to share those findings with each other. That’s how you maintain constructive learning. The social component of learning together, like simply talking to each other during a break in class, is an important part of the learning process.”

Does AI make us lazy?
For Pim, the arrival of AI so far is not yet a revolution for education. But it does evoke new thoughts: “Which way do we want to go with our education? This is difficult to answer generally, but at universities, it is important that people discover interesting problems. Insight and thinking for yourself are very important in scientific research. I wonder whether AI might not be counterproductive in this respect.”

With AI, we will outsource more and more of our personal thinking. You can ask AI a question, and the answer will be formulated for you. “That makes us lazy”, thinks Pim. “Writing and science depend essentially on thinking for yourself. Your ideas and your point of view: that’s what society needs. If we outsource all our critical thinking and writing to a chatbot from now on, it makes us less individual.”

An educational shift
“People are quick to use the efficiency argument. That is all well and good, but are we also improving quality? That hasn’t been proven yet. Therefore, we have decided not to fully embrace the AI trend yet. Above all, we need to think carefully about what we want to teach students. That may shift. For instance, calculators have taken away some of our mathematical thinking skills. With the advent of AI, we will see another such shift.”

ChatGPT has significantly impacted students, which has implications for education. “For example, you no longer know whether an essay was written by a student or by ChatGPT. That’s why I personally switched back to oral exams. That way, you can ask direct questions and ensure students’ opinions come to the fore. The interesting and paradoxical thing about AI technology is that it brings us back to a very basic method of still exchanging individual opinions.”

Thinking critically about AI
The future of AI and education? According to Pim, it is going to be an important battle. After all, educators need to keep a grip on the software they use. “Take Microsoft Teams, for example. It’s a fine, secure way to outsource online meetings. But when it comes to content-based learning tools, it is important to look at them critically: under what conditions do we use them? AI also needs such an education-wide discussion.”

Critical thinking remains the most important thing. ”You don’t become a better driver in a self-driving car, do you? We need to think about AI in education: do we keep people actively engaged? What do we want students to continue learning, and how? Of course, we shouldn’t be too fearful of AI either, but it’s okay to open a discussion and ask questions about the usefulness of certain possibilities. Just because it can be done doesn’t always mean it has to be done. And honestly, when you will think back to your student days, it won’t be the ChatGPT that you will remember fondly, but rather a few inspiring presentations or lecturers, and the crazy but beautiful ideas you yourself came up with.”

Geïnteresseerd in dit onderwerp? Kom naar de AI Meetup op 28 februari. Meer informatie en tickets.

Dit interview is gepubliceerd in samenwerking met Letterdesk

De energietransitie is in volle gang en daardoor groeit de vraag naar elektriciteit enorm hard. Ook zijn er steeds meer mensen die via bijvoorbeeld zonnepanelen elektriciteit terugleveren aan het elektriciteitsnet. Al die stroom moeten we vervoeren, met als gevolg dat het net op steeds meer plekken vol raakt. 

Volgens Maartje Brans, directeur Innovatie bij Alliander, slaagt de energietransitie niet vanzelf. “De aanpak moet fundamenteel anders en daar moeten we voor innoveren. Nu meer dan ooit. Zonder nieuwe manieren van werken, haalt Nederland de doelstellingen niet.”
Van oudsher was de belangrijkste doelstelling van Alliander heel eenvoudig: zo min mogelijk storingsminuten. Zo blijven overal de lichten branden en is het binnen lekker warm. Maar dat staat door de energietransitie steeds meer onder druk. Maartje legt het uit: “De enorme schaal waarop Nederland overstapt op elektriciteit, levert grote capaciteitsproblemen voor het elektriciteitsnet. We kunnen de vraag niet meer bijbenen. Het opladen van een elektrische auto kost bijvoorbeeld net zoveel energie als de elektriciteitsvoorziening voor 5-10 huizen op één dag.”

De wereld rond in kabels
Hoe los je dat dan op als netwerkbedrijf? Dat is een optelsom van verschillende oplossingen, volgens Maartje. “We moeten als netbeheerders 100.000 kilometer aan extra kabels leggen. Dat is ongeveer 2,5 keer de wereld rond. Daarnaast moeten er 50.000 nieuwe transformatorhuisjes gebouwd worden om het grotere net te ondersteunen. Dat zijn allemaal enorme opgaves”

Bouwen, bouwen, bouwen dus. Maar de afdeling Innovatie van Alliander richt zich op veel meer dan dat. “Zo doen we bijvoorbeeld ook onderzoek naar het net dat er nu ligt. We willen natuurlijk niet dat het licht uitvalt, maar wanneer kan het mis gaan? Dat onderzoeken we nu. Heeft dat bijvoorbeeld te maken met de temperatuur van de kabels? En betekent dat dat we in de winter meer elektriciteit door de kabels kunnen vervoeren omdat het dan kouder is?”

Met dit soort vraagstukken wil Alliander het bestaande elektriciteitsnet beter benutten. “Zowel voor het middenspanningsnet als het laagspanningsnetnet liggen er kansen. Dan hebben we wel nog wat hulp nodig van de wetgeving”, vertelt Maartje. “Als bedrijven nu een contract afsluiten, zijn wij verplicht de volledige omvang van die aansluiting te reserveren, terwijl veel bedrijven maar een paar keer per jaar piekbelasting hebben. De rest van het jaar gebruiken ze de helft of minder. Als we overschakelen naar flexibele contracten en die piekbelastingen kunnen verminderen, is er opeens veel meer mogelijk.”

Remmen of versnellen?
Waarom is innoveren voor Alliander dan zo belangrijk? Dat is heel simpel, volgens Maartje. “We willen graag zoveel mogelijk bijdragen om de energietransitie te versnellen. Om grote stappen te kunnen zetten, moet je innoveren. We moeten sneller innoveren, sneller realiseren en sneller opschalen om de snelgroeiende vraag te kunnen bijbenen.”

Het Nederlandse net is op dit moment top-down ingericht: van grote energie-opwekkers naar gebruikers. “Ik verwacht dat dat gaat veranderen. Gebruikers zijn al lang niet meer alleen gebruikers. Mensen en bedrijven wekken tegenwoordig ook zelf stroom op met bijvoorbeeld hun zonnepanelen of met windmolens en we hopen dat binnenkort opslag ook op grote schaal mogelijk wordt.”

Hoe moet het dan wel? Bottom-up, als het aan Maartje ligt. “Waarom maken we van de gebruiker niet de basis? Eerst gebruik je de energie die je zelf opgewekt en opgeslagen hebt. Heb je dan nog een overschot? Dan lever je niet terug aan het elektriciteitsnet, maar aan woningen en bedrijven in de buurt. Is er dan nog steeds lokaal een overschot, dan gaan we pas terugleveren aan het net en de stroom naar andere regio’s transporteren.”

Niet alles zelf doen
Op dit moment is Alliander bezig met het opschalen van de inspanningen op het gebied van innovatie, maar het bedrijf beseft ook heel goed dat je niet alles zelf moet doen. “Buiten Alliander zijn er zo veel innovators en specialisten die ons kunnen helpen. Zo leren wij bijvoorbeeld van partijen die actief zijn in beeldherkenning voor woningcorporaties, verzekeraars en onderzoek. Je gebruikt dan AI om elementen in afbeeldingen te herkennen. We bekijken nu hoe we dit binnen Alliander zelf kunnen toepassen, bijvoorbeeld om in te schatten welke werkzaamheden ergens nodig zijn. Een mooie innovatie, die uit een compleet andere sector komt.”

Volgens Maartje is Arnhem echt een toplocatie. “Er is hier zo veel kennis beschikbaar over de energietransitie. Samen realiseren we niet alleen de doelen voor 2030, maar hebben we ook de kans om steeds snel te reageren op de nieuwste ontwikkelingen. Want kansen moet je pakken!”

Zie jij een samenwerking met Alliander wel zitten? Of ben je benieuwd naar vacatures bij de netbeheerder? Kijk dan vooral even op de website!

Dit interview is gepubliceerd in samenwerking met Letterdesk

Na universiteiten als Harvard en Stanford staat Nijmegen bovenaan de internationale rankings van steden die met kunstmatige intelligentie borstkanker en andere ziektes bestrijden. “Onderzoek, bedrijven en overheid komt hier op een unieke manier bij elkaar,’ vertelt Jaap Kroes, teamleider AI bij Screenpoint Medical. Het Nijmeegse medtech bedrijf is gespecialiseerd in de ontwikkeling van technologie waarmee borstkankerscans sneller en efficiënter geanalyseerd kunnen worden. “AI maakt steeds minder fouten. Met goed onderzoek en de juiste regulering, kunnen we werken aan technologie waarmee we borstkanker sneller en vaker vinden en krijgen artsen in de toekomst hopelijk weer de tijd en ruimte die ze nodig hebben voor hun patiënten.”

“Een van de eerste echte toepassingen van AI in de medische wereld is in mammografieën, de scans die we gebruiken bij het opsporen van borstkanker,” vertelt Kroes. “Dat komt omdat er al dertig jaar over de hele wereld allerlei bevolkingsonderzoeken zijn gedaan, waardoor data heel consistent verzameld is. Daarnaast is de vraag bij borstkanker heel duidelijk; ‘is er borstkanker ja of nee?’. Bij longkanker ligt dat bijvoorbeeld ingewikkelder. Doordat er in en bij een long meer gebeurt en het dichter in de buurt van allerlei organen ligt, is daarbij ook meer kans op ‘bijvangst’. In een borst gebeurt ook van alles, maar omdat er niet zoveel ziektes zijn die zich daar tonen is een tumor er relatief gemakkelijker te vinden.”

Speld in een hooiberg
“Van de duizenden vrouwen die zich laten testen en een mammogram laten maken, hebben er – gelukkig – maar 3 of 4 daadwerkelijk borstkanker. Maar radiologen moeten ze wel allemaal even zorgvuldig controleren, en het is niet gemakkelijk om een tumor te herkennen op een scan.” Het vinden van borstkanker blijft daarmee zoeken naar een speld in een hooiberg. Voorheen deden de artsen dit op het oog, maar met de technologie van Screenpoint Medical kunnen zij de scans nu laten analyseren door een AI systeem. “Er zijn al miljoenen scans geanalyseerd door ons systeem, van vrouwen uit verschillende landen en met verschillende achtergronden, en op basis hiervan komt het dan met een advies of conclusie over de ingevoerde scan. Het is vervolgens aan de arts wat die met dit advies doet.”

Kroes is in de lead van het AI team van Screenpoint Medical. “Ik kijk met het team naar verbetering van huidige producten, maar we verkennen ook nieuwe interessante richtingen, bijvoorbeeld buiten de radiologie. Recentelijk hebben we het MARBLE-project afgerond, waarbij we software ontwikkelden om de huidige mammogrammen van vrouwen te vergelijken met hun mammogrammen uit eerdere scans. Als er iets veranderd is tussen die twee momenten, kan dat erop wijzen dat daar iets aan de hand is. Samen met de Radboud Universiteit en het Radboudumc, en met ondersteuning vanuit EFRO, hebben we daarvoor onze technologie uitgebreid, waarmee we in de toekomst patiënten en radiologen nog beter kunnen ondersteunen.”

Zelfs in de VS kennen ze ons
Volgens Kroes is Nijmegen een wereldleider in de toepassing van AI technologie, voornamelijk in de gezondheidszorg. “Nederland is enorm vooruitstrevend op het gebied van borstkankeronderzoek en -behandeling. We waren in de jaren 90 een van de eerste landen die een landelijk onderzoek naar borstkanker instelde. In Nijmegen zit het Radboudumc, maar bijvoorbeeld ook het landelijk expertisecentrum voor borstkankeronderzoek (LRCB). Hier zitten dus de bedrijven, het onderzoek, de klinische kant – én de connectie met de bevolking. Dat is echt uniek.”

Screenpoint Medical is niet het enige bedrijf in Nijmegen dat met AI werkt aan het vroeg opsporen van soorten kanker. “In de verdieping boven ons zit Thirona, zij zijn gespecialiseerd in AI technologie voor long- en oogkankerscans. Samen met hen zijn wij een van de weinigen in Nederland die op dit gebied FDA-cleared zijn. Dat wil zeggen dat we onze technologie ook in de VS mogen uitrollen. Het is echt bijzonder dat twee bedrijven met die certificering hier in hetzelfde gebouw op de Heijendaal campus zitten.”

Zijn we te streng voor AI?
Mensen mogen soms oneindig veel fouten maken, maar hoe zit dat bij AI? “20 jaar geleden was AI nog een grappig dingetje dat je een keer ergens op een beurs tegen kwam. 5 jaar geleden was het booming, toen wilde iedereen er iets mee. Nu belanden we in een fase dat het steeds meer als toepassing gezien wordt, echt als product. Volgens mij is dat een positieve ontwikkeling, maar we moeten toch voorzichtig blijven. Want het vertrouwen kan ook doorslaan, en dan is er een groter risico op fouten. Dat zie je bijvoorbeeld nu al bij ChatGPT; waarbij mensen teksten een-op-een copy-pasten zonder enige check of controle.”

Toch maakt AI over het algemeen minder fouten dan mensen. “Mensen, ook artsen, kunnen afgeleid zijn, moe zijn, of dingen aan hun hoofd hebben. Daar kan je als patiënt de dupe van zijn. AI is controleerbaar en meetbaar, en laat zich niet leiden door vooroordelen of discriminatie – bij mensen weet je dat niet altijd. Toch zijn we strenger voor AI dan voor mensen. Kijk maar naar de Toeslagenaffaire of bij zelfrijdende auto’s; als het een keer mis gaat, is het vertrouwen meteen weg. En begrijpelijk, want als het mis gaat, heeft dat ook enorme gevolgen. Het klinkt misschien niet heel spannend, maar juist daarom is goede regulering en wetgeving in deze fase enorm belangrijk.”

Kritisch blijven in de AI omwenteling
“In andere landen gaat het invoeren van AI in het bevolkingsonderzoek sneller dan in Nederland,” merkt Kroes op. “Onze producten worden bijvoorbeeld al gebruikt in Zweden, Denemarken en Spanje. Dat heeft er onder andere mee te maken dat daar alles lokaal of regionaal geregeld is. Na een succesvolle pilot in de regio Kopenhagen, konden we door naar de volgende regio in Denemarken. In Nederland is de invoer van dit soort technologieën landelijk georganiseerd, waardoor het soms ook langer duurt, maar desondanks speelt ons land hierin nog steeds een voortrekkende rol.”

Kroes denkt dat, met de juiste wet- en regelgeving, AI juist bij kan dragen aan het menselijker maken van de zorg. “We moeten niet alles ongecontroleerd gebruiken, maar wel durven toepassen waarvan we weten dat het werkt. Daarvan krijg je betere beslissingen en persoonlijkere zorg. Als we AI slim toepassen, creëren we ook weer meer ruimte voor het echte contact tussen arts en patiënt en meer op maat gemaakte zorg. En als je AI om een second opinion kan vragen die mogelijk iemands leven redt, is het dan niet bijna onethisch om dat niet te doen?”

Tijdens onze AI Meetup op 28 februari vertelt Jaap Kroes over Screenpoint Medical en de ontwikkelingen op het gebied van AI en borstkanker. Meer informatie en tickets.

We zien AI en alle effecten daarvan vaak nog als iets dat in de toekomst veel invloed gaat hebben op onze maatschappij. Maar als je het aan onderzoeker Lotte van Elteren vraagt, zitten we al middenin die toekomst. “Onze keuzes en beslissingen worden nú al beïnvloed door AI. Er zitten nog wel mensen aan de knoppen, maar de effecten van AI kunnen we niet meer negeren.”

Lotte van Elteren is PhD/Junior Lecturer en verbonden aan de onderzoeksgroep Societal Implications of AI and Cognitive Neuroscience (SIAC) aan de Radboud Universiteit. Ze vertelt: “Alles wat we bij SIAC doen heeft te maken met de impact die AI op onze maatschappij heeft. In mijn onderzoek focus ik specifiek op de verantwoordelijkheidsvraag die hoort bij AI.”

Wie is de schuldige?
Wie is er verantwoordelijk voor fouten als we systemen helemaal of gedeeltelijk automatiseren? Een AI kan geen boete betalen of de gevangenis in, dus wie is dan de schuldige? “Mijn onderzoek draait om het feit dat mensen soms niet weten of ze wel of niet verantwoordelijk zijn. Soms denken we dat we controle hebben over een systeem, terwijl het geautomatiseerd is. En in andere gevallen denken we dat AI een fout maakt, terwijl we eigenlijk zelf de controle hebben.”

Kijk bijvoorbeeld naar Tesla, zegt Lotte. “Zij maken reclame met mensen die gamen of Netflix kijken terwijl ze in de auto zitten. Maar in de kleine lettertjes blijkt de auto tóch niet zo zelfstandig te zijn, en moet je altijd je handen aan het stuur houden, en naar de weg kijken. Rijdt de auto iemand aan? Dan ben jij toch de verantwoordelijke, ondanks al die reclames.”

Er zijn nog veel meer vraagstukken op het gebied van verantwoordelijkheid. “Neem bijvoorbeeld deep brain stimulation, wat veel gebruikt wordt bij Parkinsonpatiënten. Daar is van bekend dat de behandeling bijeffecten kan hebben op gedrag en emoties. Laten we dat uitvergroten en filosofisch bekijken: als iemand door het toedoen van een machine verandert in een crimineel, wie is daar dan verantwoordelijk voor? De patiënt, of de arts die de behandeling voorschreef? Want de machine die de behandeling verzorgt, kunnen we niet verantwoordelijk houden.”

Moraliteit in het onderwijs
Lotte legt uit dat ze in haar werk als docent aan de Radboud Universiteit ook al geconfronteerd wordt met de effecten van AI. “Als ik aan mijn studenten vraag om een stuk te schrijven, ben ik er vrij zeker van dat sommigen dat met ChatGPT doen. Begrijp me niet verkeerd, ik ben helemaal niet tegen de ontwikkelingen van AI. Maar we moeten wel goed nadenken over hoe we AI in het onderwijs gebruiken op een moreel verantwoorde manier, die ook nog eens bijdraagt aan de kwaliteit.”

Dat morele vraagstuk krijgt Lotte wel vaker te horen. Onderzoek naar AI op de universiteit pakt namelijk vaak het menselijk brein als uitgangspunt. “De focus op het brein komt voort uit de cognitiewetenschappen, omdat we willen begrijpen hoe het brein werkt. Maar we zijn niet bezig met het nabootsen van menselijk bewustzijn, zoals je dat ziet in science-fictionfilms. Waarom zou je een bewust brein ontwikkelen als je alleen maar simpele taken wil automatiseren?”

Een angstige toekomst?
De meningen over de toekomst van AI zijn heel sterk verdeeld, vertelt Lotte. “Er zijn twee stromingen. Het duurt nog heel kort of juist heel lang voordat AI de menselijke intelligentie voorbij gaat. Wanneer dat dan gebeurt, kan dit positief of negatief zijn voor de mensheid. Persoonlijk denk ik dat het bijzonder snel gaat gebeuren dat AI op sommige vlakken intelligenter is dan de mens, als we er niet al lang zijn. Dat angstbeeld van ‘AI neemt ons leven over’, zijn we daar niet gewoon al?”

Lotte legt uit: “Keuzeprocessen, rekensommen en de weergave van advertenties. Dat zijn allemaal zaken die al door AI worden beïnvloed. Ik ben niet bang voor menselijke robots die de wereld gaan overnemen, want dat is onrealistisch. Ik ben wel bang voor de invloed die AI bijvoorbeeld gaat hebben op de kloof tussen arm en rijk.”

En dat is best een realistisch scenario, stelt Lotte. We zien nu namelijk al in fabriekswerk dat menselijke arbeid duurder is dan een robot. Het verregaande risico van AI is dat menselijke handelingen ook buiten de industrie gaat vervangen. “Ik zie een risico in de mogelijkheid dat de menselijke factor misschien wel onbetaalbaar wordt voor de gewone mens. Als je geen advocaat of arts kan betalen, dan moet je het met de AI-robot doen. We moeten niet onderschatten dat AI sneller is, maar lang niet altijd beter in het maken van beslissingen.”

Of toch nog een beetje hoop?
Lotte geeft toe dat ze hierboven een negatief beeld schetst. “Gelukkig zijn er ook vrolijke noten, want AI kan zo veel moois voor ons doen. Bijvoorbeeld artsen ondersteunen bij het interpreteren van data. Of het tekort in de ouderenzorg oplossen, door niet de zorgmedewerkers te vervangen maar administratiewerkzaamheden over te nemen. Daar hoor je mensen in de zorg over klagen, dus waarom helpen we ze niet met dat probleem?”

Dat is voor Lotte dan ook de overkoepelende conclusie: “Met AI kunnen we hele grote problemen oplossen, als we goed naar de doelgroep luisteren, en nadenken over brede maatschappelijke effecten. Geen snelle oplossingen op de markt zetten, maar kijken waar een bepaald vakgebied om vraagt. Waar loopt het onderwijs nu tegen aan, en de zorg? Als we met z’n allen naar de kern van de problemen blijven kijken, gaat AI ons heel veel moois brengen!”

Dit interview is gepubliceerd in samenwerking met Letterdesk

Tijdens onze AI Meetup op 28 februari vertelt Lotte van Elteren over AI. Meer informatie en tickets.